Kopersulfaat, - cuprisulfaat, CuSO45H2O, kopervitriool, blauwe vitriool, cyprische vitriool, ontstaat gemakkelijk bij het verhitten van koper met zwavelzuur, bij voorkeur onder luchttoetreding en kristalliseeren van het verkregen zout; ook door langzame oxydatie van het natuurlijke of kunstmatige kopersulfide. Is waarschijnlijk reeds lang, doch zeker aan Geber bekend geweest. Vormt lazuurblauwe kristallen van het trikline stelsel, die in water gemakkelijk oplossen, nl. bij 20° 42 gr. zout in 100 deelen water. De blauwe kleur der oplossing is te danken aan de daarin aanwezige koper-ionen.
Het zout verliest bij hooge temperatuur zijn kristalwater. Echter wordt het laatste molecule moeilijk uitgedreven, daar de hiervoor benoodigde temperatuur zóó hoog ligt, dat daarbij zeer gemakkelijk reeds de ontleding van het CuSO4 begint. Het watervrije zout vertoont een witte kleur, heeft groote neiging water op te nemen, waarbij de blauwe tint terugkomt en is daardoor een veel gebruikt reagens. Het k. is het meest gebruikte koperzout en dient als zoodanig tot het conserveeren van hout, als middel tot bestrijding van plantenziekten, o. a. in de Bordeausche pap en tot het indompelen van het graan voor het zaaien, in de katoendrukkerij en ververij, in galvanische elementen en voor het galvanisch verkoperen. Eindelijk in de chemische industrie in het Deacon-proces en in de medicijnen. In de natuur komt k. voor o. a. als chalkanthiet.