Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kilidj-Arslân I

betekenis & definitie

Kilidj-Arslân I, - sultan uit het geslacht der Seldjuken van Klein-Azië, was bij den dood van zijn vader Soliman (1086) nog een onmondig kind. Eerst na den dood van Maliksjah 1092 kreeg hij gelegenheid den troon zijns vaders te bestijgen, maar had weldra 1096 de kruisvaarders te bestrijden, die hem Nicaea ontnamen en dwars door zijn gebied trokken. Toen dit onweder voorbijgedreven was, gelukte het K.-A. zijn heerschappij in KleinAzië te bevestigen en uit te breiden. Zelfs maakte hij zich in 1107 van Mosoel meester, maar verdronk kort daarop in den Khaboer (Chaboras) na een ongelukkig gevecht tegen Djawali Sakaoe.

Kilidj-Arslân II, sultan uit het geslacht der Seldjuken van KleinAzië, volgde zijn vader Masoed in 1155 op. Hij zocht een einde te maken aan de heerschappij van eenige Turksche Emirs, die in het Oostelijk gedeelte van Klein-Azië heerschten, maar wikkelde zich daardoor in een strijd met den machtigen Noer ed-din, die verschillende steden o. a. Marasj en Siwas bezette, zonder dat K.-A. het op een treffen liet aankomen. Ten slotte trok gene daarop weder af en K.-A. nam weder bezit van de hem ontnomen streken. Niet minder gelukkig was hij in den strijd met de Byzantijnen, wier leger in den pas van Muriokephalon door zijn troepen vernietigd werd, zoodat keizer Manuel gedwongen werd met hem vrede te sluiten. Daarna geraakte hij in strijd met den beroemden Salâh ed-din (Saladin) en toen deze gelukkig was bijgelegd, werd zijn rijk in gevaar gebracht door den Duitschen keizer Frederik Barbarossa, die op den derden kruistocht zijn weg door Klein-Azië nam en zelfs de hoofdstad van het rijk der Seldjuken Konia veroverde 1190. Kort daarop werd de oude sultan de gevangene van zijn eigen zonen die elkaar de troonsopvolging betwistten en stierf hij 1192.

Kilidj-Arslân III werd na den dood van zijn vader Soleiman II 1203 korten tijd sultan, maar nog in hetzelfde jaar onttroond door zijn oom Ghijâts ad-din.

Kilidj-Arslân IV, meer bekend onder zijn bijnaam Rokn ed-dîn, regeerde een tijd lang samen met zijn broeder Izz ed-din en werd daarna door de Mongolen als eenige sultan aangesteld. Als zoodanig oefende hij een tiental jaren een schijnregeering totdat hij in 1267 vermoord werd.

< >