Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kautsky

betekenis & definitie

Kautsky - (Karl Johann), Duitsch „onafhankelijk” sociaal-democraat en journalist, geb. 1854 te Praag, studeerde te Weenen in geschiedenis en philosophie, begon reeds als student in sociale bladen te schrijven, richtte in 1883 „die Neue Zeit”, het eerste wetenschappelijk tijdschrift voor Marxisme op, redigeerde dit eerst als politieke vluchteling in Londen, na 1890, toen het maandblad een weekblad werd, in Stuttgart en sinds 1897 te Berlijn. Het nieuwe programma, dat de Duitsche sociaal-democratie in 1891 vaststelde, was zijn ontwerp. Bij ’t uitbreken van den oorlog richtte K. zich onmiddellijk tegen de oorlogspolitiek der regeering en hield deze oppositie met Haase en Bernstein gedurende den oorlog vol, wat leidde tot de afscheiding der „Onafhankelijken”.

Na de revolutie van November 1918 werd hij aan den Staatssecretaris van Buitenlandsche Zaken toegevoegd en door de toenmalige regeering belast met het onderzoek van de documenten in het archief van dat Departement, welke betrekking hebben op de voorgeschiedenis van den wereldoorlog en aan welker uitgave (1919, 4 dl.) hij medewerkte. Behalve vele artikelen in „die Neue Zeit” (sinds 1883) schreef K. o. a.: Karl Marx' oekonomische Lehren, gemeinverständlich dargestellt und erläutert (1887); Thomas More und seine Utopie (1888); Das Erfurter Programm, in seinem grundsätzlichen Teil erläutert (1891); Der Parlamentarismus und die Sozialdemokratie (1893); Die Agrarfrage (1899); Handelspolitik und Sozialdemokratie (1901); Die soziale Revolution (1902); Sozialdemokratie und die Katholische Kirche (1902); Sozialismus und koloniale Politik (1907); Die historischen Leistungen von Karl Marx (1908); Der Ursprung des Christentums (1908); Der Weg zur Macht (1909); Terrorismus und Kommunismus (1919), waarin hij bolsjewisme en radendictatuur afwijst; Wie der Weltkrieg entstand (1919), dat de conclusies bevat, die K. getrokken heeft uit de door hem bestudeerde en fragmentarisch geciteerde officieele stukken, sommige voorzien van kantteekeningen van Wilhelm II.

< >