Karel (koningen van spanje) - naam van koningen van Spanje.
K. I (zie KAREL V KEIZER VAN ’T DUITSCHE RIJK).
K. II was nog minderjarig, toen hij in 1665 zijn vader Philips IV opvolgde, ’t Regentschap berustte bij zijn moeder Maria Anna van Oostenrijk, die in 1669 genoodzaakt was den natuurlijken zoon van Philips III Don Juan de Austria te benoemen tot vice-koning van Arragon, Valencia, Catalonië, Sardinië en de Balearen. In 1675 aanvaardde K. zelf de regeering en belastte hij Don Juan met de leiding van de regeering, na wiens dood in 1679 de hertog van Medina Celi als minister optrad. De financieele toestand van Spanje werd slecht, tengevolge van ’t verkwistend optreden van ’t hof en de oorlogen, die tegen Frankrijk gevoerd moesten worden (zie SPANJE). Tevergeefs beproefde min. Oropesa verbetering in de financiën te brengen.
In 1684 moest Spanje bij den vrede van Regensburg een deel van Vlaanderen en Luxemburg aan Frankrijk afstaan. In de laatste jaren van de regeering van Karel II beproefden Frankrijk en Oostenrijk hun invloed te vestigen in Spanje. Met hulp van min. kardinaal Portocarrero schijnt het Lodewijk XIV gelukt te zijn K. een testament te doen maken, waarin Philips van Bourbon als universeel erfgenaam werd aangewezen. Den le Nov. 1700 stierf K. Zijn dood was ’t sein voor ’t uitbreken van den Spaanschen Successieoorlog (zie aldaar).
K. III, zoon van Philips V en Isabella Farnese, had bij ’t tractaat van Cambray, Parma en Piacensa als Oost. leenen gekregen (1722). In den Poolschen Successieoorlog (zie aldaar) maakte hij zich meester van Napels en Sicilië, dat hij bij den vrede van Weenen (1735) mag behouden als Spaansche secnndogenituur, terwijl hij genoodzaakt is afstand te doen van Parma en Piacensa. Bijgestaan, door min. Tanucci heeft K. in Napels de welvaart bevorderd, de financiën verbeterd en de macht van adel en geestelijkheid verminderd. In 1759 volgde hij zijn halfbroer Ferdinand VI op als koning van Spanje, terwijl hij Napels en Sicilië als koning gaf aan zijn derden zoon Ferdinand. (Zie NAPELS). Naar buiten voerde hij een Franschgezinde politiek, sloot met Frankrijk een def. verbond (1761) en steunde dit land in den Zevenjarigen oorlog tegen Engeland, maar was genoodzaakt in 1762 vrede te sluiten, waarbij Spanje Florida moest afstaan aan Engeland en slechts een matige vergoeding kreeg in Louisiana. In zijn binn. politiek was Karel er op uit de welvaart te bevorderen. Op aandringen van min.
Aranda ging K. er toe over de Jezuïeten uit Spanje te verbannen (1767). Door kolonisatie werden landbouw en industrie bevorderd. De deelname van Spanje aan den Am. Vrijheidsoorlog bezorgde het rijk Minorca (1782). Door verdragen te sluiten met Algiers, Tripolis en Tunis wist K. de zeerooverij van de onderdanen dezer staten te doen ophouden. K. stierf in 1788.
K. IV volgde zijn vader K. III in 1788 op. Hij liet de regeering over aan zijn gemalin Maria Luisa en haar gunsteling Manuel Godoy. Onder zijn regeering werd Spanje gewikkeld in een oorlog met Frankrijk, welke ’t verlies van Santo Domingo ten gevolge had (1795). In de volgende jaren voerde Spanje onder invloed van Godoy een Franschgezinde politiek. Toen Ferdinand, de zoon van K., een eind wilde maken aan den invloed van Godoy, ontstond er twist tusschen vader en zoon, waarvan Napoleon gebruik maakte om zich in de binn. aangelegenheden van Spanje te mengen. Tevergeefs beproefde K. de kroon van zijn dynastie te redden door afstand te doen van de regeering ten behoeve van zijn zoon Ferdinand (1808). Murat rukte Spanje binnen, dwong Ferdinand van de kroon af te zien, waarop K. Spanje verliet en zich met zijn vrouw in Compiègne vestigde (1808). Later had hij zijn woonplaats in Napels, waar hij in 1819 stierf. — K. V (zie DON CARLOS).