Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kajafas (jozef)

betekenis & definitie

Kajafas (jozef) - schoonzoon van den hoogepriester Annas, Joh. 18 : 13, was zelf in dit ambt 18-36 n. C., dus juist tijdens Jezus’ optreden, Joh. 11 : 51, 18 : 13; men leze daar echter niet, dat het een ambt voor één jaar was. K., wiens naam dezelfde beteekenis als Kefas heeft, behoorde als priester tot de Sadduceeërs en had den wil om Jezus ter dood te brengen en de kalmte om dien door te zetten, Joh. 11: 46 v. Hij zat voor in het Sanhedrin bij Jezus’ veroordeeling en nam den aangeklaagde zelf den eed af, Mk. 26 : 56, Mk. 14 : 53, Lk. 22 : 66, Joh. 18 : 24. Ook trad hij op tegen Jacobus en Johannes na Jezus’ heengaan, Hand. 4 : 6.

< >