Sadduceeërs - een Joodsche partij ten tijde van Jezus, tegenstanders van de veel strengere Farizeeërs. Haar belangrijkst bestanddeel vormde de hoogepriester met de priesterlijke aristocratie, Hand. 5 : 7. Zij heetten dan ook naar Zadok, een oud priester. De S. hadden bij veranderingen in den toestand van Palestina slechts te verliezen, gelijk bij de verwoesting van Jeruzalem is gebleken. Daarom sloten zij zich het liefst aan bij de machtigsten, eerst bij de Hasmoneeën of Makkabeeën, later bij de Romeinen.
Zij waren als mannen van aanzien liberaal, gematigd jegens het Hellenisme. Van religieuze nieuwigheden wilden zij niets weten, zelfs niet van de latere geschriften des O. T. Ze bepaalden zich bij de wet, in hun oogen het oudst. Daarom wezen zij ook het geloof aan engelen, geesten en opstanding der dooden af. Het ontstaan van de partij is nog niet voldoende opgehelderd, Josephus, Oorl., 2, 8, 14; Oudh. 13, 5, 9; 10, 5; 17, 2, 4; 18,1, 2-4; 20, 9,1. Vgl. Lasay, Les Sadducéens, Lyon, 1904, G. Hölscher, Der Sadduzäismus, Leipz., 1906, R. Leszynsky, Die Sadducäer, Berk, 1912.
