Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Jurie

betekenis & definitie

Jurie - (Fr. jury; Hd. Schwurgericht), rechtbank van gezworenen, leekenrechtbank, belast met de berechting van strafzaken. Engeland kent haar sinds de 13e eeuw. Frankrijk voerde haar in 1791 in.

Met de inlijving van ons land, werd ook alhier de jurie-rechtspraak ingevoerd. Een Souv. Besluit van 11 Dec. 1813, Stb. 10, schafte haar echter reeds weder af. Ook Duitschland kent de jurie. — Veelal beslist de jurie alleen over de schuldvraag. Daarbij is zij niet aan voorschriften betreffende het bewijs gebonden. Zij heeft slechts te rade te gaan met haar innerlijke overtuiging: convention intime. Haar uitspraken heeft zij dan ook niet te motiveeren.

Dat dus aan het gevoel bij de beslissing een zeer voorname plaats is ingeruimd, doet den een de jurie verdedigen, den ander haar juist veroordeelen. Hier te lande heeft men nimmer veel voor de jurie gevoeld. Een tusschenvorm tusschen ambtenarenrechtbanken en jurie zijn de zgn. Schöffengerichte, waarin zoowel beroepsrechters als leeken zitting hebben. — Zie over de jurie o.a. Mr. A. J. Moll Schnitzler: De tegenwoordige bestrijding der jurie (Ac. Pr. Amsterdam 1894).

< >