Josquin despres - (Lat. Pratensis), de beroemdste meester van het contrapunt uit de periode vóór Palestrina. Hij leefde tusschen 1500 en 1550 en werd door zijn tijdgenooten „de vorst der muziek” genoemd. De weinige zekerheid, die wij hebben omtrent tijd en plaats van zijn geboorte, was oorzaak, dat Nederlanders, Duit schers, Franschen en Italianen hem voor hun landgenoot uitgaven. Een tijd lang werd aangenomen, dat hij in Henegouwen geboren was, maar Riemann meent, dat met evenveel recht Condé als zijn geboorteland kan worden beschouwd.
De neiging J. tot Nederlander te verklaren vindt haar uitdrukking in zijn „vervlaamschten” naam Joosken van der 'Weyden. Meer zekerheid bestaat ton opzichte van de werkzaamheid van J.; hij was kapelzanger in Milaan en te Rome, leider van het domkoor te Kamerijk, leefde in Modena, Parijs en Ferrara en was ten slotte proost in Condé. Zijn composities zijn zeer talrijk; enkele zijn ons, door nieuwe uitgaven, bekend geworden en nader gebracht. Een leerling van J., Adrien Petit Codicus, heeft de leerstellingen van zijn meester te boek gesteld in zijn geschrift: Regula contrapuncti secundum doctrinam Josquini de Pratis.