Palestrina - (Giovanni Pierluigi), ook wel genaamd Ioannes Petrus Aloysius Praenestinus, de grootmeester der Katholieke kerkmuziek, is geboren te Palestrina (het oud-Romeinsche Praenesta); omtrent zijn geboortejaar heeft langen tijd onzekerheid geheerscht. Thans neemt men 1526 aan; hij overleed in 1594 te Rome. Van zijn jeugd is weinig bekend; wij weten, dat hij van 1544 tot 1551 organist en kapelmeester in zijn vaderstad was, dat hij daarna naar Rome ging, en al spoedig de aandacht trok van paus Julius III, die hem, niettegenstaande hij niet tot een geestelijke orde behoorde en getrouwd was, tot zanger van de Sixtijnsche kapel benoemde. Diens opvolger, Marcellus II (die slechts drie weken regeerde en toen overleed) handhaafde P. in zijn betrekking, maar Paulus IV wilde de reglementen in al hun gestrengheid handhaven, en ontsloeg P. met nog twee andere gehuwde zangers.
P. wam nu achtereenvolgens aan de kerken: San Giovanni van het Lateraan; Santa Maria Maggiore, daarna als componist aan de pauselijke kapel en ten slotte weder aan de Peterskerk, maar nu als kapelmeester. Als componist trok P. ’t eerst de aandacht door een boek Missen, dat hij aan paus Julius opdroeg; zijn zesstemmige Mis Papae Marcelli heeft in zooverre de contrapuntische kerkmuziek gered, als zij door de partij, die deze behouden wilde, als argument gebruikt werd tegen de puriteinsch gezinden, die alle gefigureerde muziek wilden afschaffen. Dat zij door P. zou geschreven zijn, in opdracht aan de door ’t Concilie van Trente benoemde commissie, is onjuist. P., hoe groot hij ook was, had een moeilijk leven, vol zorgen en vol strijd tegen de intrigues van collega’s, die hem benijdden. Algemeen gewaardeerd is hij eerst door een veel later nageslacht, dat, door de complete uitgaaf van zijn werken, in hem geëerd heeft den laatsten meester der contrapuntische kerkmuziek, waarvan hij tegelijk hoogtepunt en sluitsteen is. Over P. is veel geschreven; de eerste biografie (1828) is van Baini (Ital.).