Johnson (samuel) - Eng. schrijver, dichter en lexicograaf (1709—1784), geb. te Lichfield, stud. te Oxford, maar moest de studie opgeven wegens geldgebrek. Eenigen tijd was hij onderwijzer; in 1735 na zijn huwelijk met een weduwe met eenig vermogen, richtte hij een school op bij Lichfield. De tooneelspeler Garrick was een zijner weinige leerlingen. In 1737 ging J. naar Londen, waar hij met groote armoede te kampen had.
Hij voorzag hier in zijn onderhoud door bijdragen te leveren voor het blad The Gentleman’s Magazine. In 1738 verscheen zijn gedicht London, a Satire. Dit werd gevolgd door een biografie van zijn vriend Savage (1744). In 1749 verscheen een tweede gedicht: The Vanity of Human Wishes. Vervolgens richtte hij een tijdschrift, The Rambler, op, dat echter te ernstig van toon en weinig populair was. In 1755 verscheen zijn Dictionary en deze vestigde zijn naam. Langen tijd was dit woordenboek een standaardwerk, later werd het geheel overvleugeld door andere werken van dien aard. Maar men mag een zekere hulde niet onthouden aan den schrijver, die alleen zulk een werk ondernam. — Lord Chesterfield bood J. zijn beschermheerschap aan, dat hij van de hand wees in een brief, die beroemd geworden is.
Inmiddels was J. het centrum geworden van een kring beroemde mannen, the Literary Club, waartoe o. a. J. Reynolds, Burke, Goldsmith, Garrick behoorden. Te midden hiervan hield J. zijn beschouwingen over letterkundige voortbrengselen. In 1758 verscheen het blad The Idler. J.’s meest populaire werk was Rasselas, waarvan de opbrengst, naar men zegt, diende om de begrafenis zijner moeder te bekostigen. In 1762 werd J. een jaargeld van £ 300 geschonken en gedurende verdere jaren van zijn leven was hij vrij van geldzorgen. In 1763 maakte J. kennis met James Boswell door wiens „Life of Johnson” wij zoo volledig ingelicht worden omtrent den persoon van den grooten man, zijn kleeding, zijn manieren en gewoonten. Eerlijkheid en moed waren wel de voornaamste kenmerken van zijn karakter. Hij was vol vooroordeelen, was ruw maar goedhartig.
Zijn conversatie was geestig, verstandig. Hij had een veelzijdige kennis. — In 1779—81 verscheen zijn Lives of the Poets, een reeks biografieën. Hierin toont hij zich een aanhanger van de klassieke Fransche richting. Als J.’s laatste werk mag nog genoemd worden A Journey to the Western Isles of Scotland, een onderhoudende beschrijving van een reis gemaakt in gezelschap van Boswell. — J. was een der meest op den voorgrond tredende figuren in de Eng. letterkunde der 18e eeuw. Geen schrijver kon zich geheel vrijmaken van zijn karakteristieke, gezwollen stijl. Hij stond eenigszins vijandig tegenover de poëzie der verbeelding, maar hij bracht een frisscher, zuiverder toon in de Eng. letterkunde.