Johannes bosscha (1831) - Nederl. natuur- en wiskundige, geb. te Breda, 18 Nov. 1831, studeerde eerst te Deventer, daarna te Leiden, promov. in 1854, was van l857 —’60 assistent aan het natuurk. kabinet te Leiden, aanvaardde toen de betrekking van hoogleer. aan de milit. acad. te Breda, was van 1863 tot 1872 inspect. van het middelb. onderwijs, werd in laatstgenoemd jaar leeraar aan de polytechn. school te Delft, en was van 1878 tot 1885, in welk jaar hij zijn emeritaat aanvroeg, directeur-hoogleer. dier instelling. Daarna was B. 1885—1900 secretaris van de Holl. Maatsch. v. Wetensch. te Haarlem. In 1863 werd hij lid van de Kon.
Ak. v. Wet. te Amsterdam, 1872 lid en secretaris van de internation. metercommissie, 1879 lid van de Nederl. geodetische commissie. Hij hield zich bezig met verschillende onderzoekingen op natuurk. gebied. Van zijne hand is o. a.: Leerboek der Natuurkunde (Leiden 1895, 7e druk). Hij overl. 16 Apr. 1911 te Heemstede.