Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Jodenchristendom

betekenis & definitie

Jodenchristendom - Aanvankelijk waren alle Christenen uit de Joden voortgekomen. Met Petrus, maar vooral met Paulus, komt de kwestie op, of ook Christenen uit de heidenen bestaanbaar zijn tenzij als proselieten. Nu doen de Judaïsten zich gelden, die vasthouden aan Joodsche gebruiken en het Christ. geloof voor heidenen alleen bereikbaar achten door de poort van het Jodendom heen. Het komt in het N. T. met hen nog niet zoo ver als later, dat ze uit naam van het menotheïsme de goddelijke vereering aan Jezus gebracht, wraken.

Sommigen zijn in het synkretisme en in de gnosis beland. Een groot deel is na de zegepraal van Paulus’ zending en na den val van Jeruzalem verschrompeld en heeft later mede bouwstof geleverd voor den Islam. Niet alle J. mag echter even ongunstig worden beoordeeld. Er zijn ook kringen ten N. van Palestina, waaruit Mattheüs’ evangelie en de brieven aan de Hebreeërs en van Jakobus zijn voortgekomen, waar een ethisch Christendom heerscht. G. Hoemucke, Das Judenchristendom im 1. und 2. Jahrhundert, 1908; Fiebig, Judenchristen Rel. Gesch.

Geg. 3 (1912), 798; A. Schmidthe, Neue Fragmente und Untersuchungen zu den Judenchr. Evv., Texte u. Unters. (1911); A. Schlatter, Die Entwicklung des jüd. Christentums zum Islam, Ev. Miss. Mag. 62 (1918), 251 f.

< >