Joden-zending - der Christenen werd door de Roomschen reeds begonnen in de 13e eeuw. Daarvóór trad men vijandig tegen hen op, wat daarna ook nog wel geschiedde. Sedert 1845 wijdt de congregatie van de Zusters van Simon zich aan Joodsche kinderen, terwijl in 1870 de gebroeders Lehmann in Frankrijk zich met de J.z. bezig hielden. De Prot.
J.z. begint met het piëtisme. Vooral te Halle was een centrum in het institutum Judaïcum 1728—1791. Thans zijn er meer dan 100 organisaties, die zich aan de J.z. wijden. Te Berlijn heeft men sedert 1822 de Gesellschaft zur Befördering des Christentums unter den Juden, met het tijdschrift Nathanael onder redaktie van H. L. Strack, den leider van het institutum Judaïcum; te Bazel sedert 1830 de Verein der Freunde Israels, te Keulen sedert 1843 de Rheinisch-Westfalische Verein für Israel, te Leipzig sedert 1871 de Luthersche Zentralverein für Mission unter Israel met het tijdschrift „Saat auf Hoffnung”, opgericht door Delitzsch, den leider van een institutum Judaïcum. Engeland heeft sedert 1808 de London Society for promoting christianity amongst the Jews. In ons land, waar de overgang van Isaac Da Costa en Capadose indruk maakte, werkt sedert 1844 het Ned. Genootschap van vrienden Israels, dat in 1861 werd de Nederl.
Vereeniging voor Israel. Het orgaan is de Hope Israels. De geschiedenis vindt men in het gedenkboek bij het gouden feest door F. W. A. Kolff en A. van Os, de beide zendelingen onder Israel (1911), waaraan later nog P. B. Müller werd toegevoegd. Voorts heeft men Elim, Ned. Vereeniging voor zending onder Israel, te Rotterdam, zendeling J. Zalmann, en de zending onder de Joden van de Geref. kerken in Nederland met den missionairen dienaar des woords J. van Nes te ’s-Gravenhage. De litteratuur vindt men in H.A. Lamprecht, Het nationalisme in de Jodenzending, Amst. 1915.
