Jancko douma (of douwama) van olde- boorn

betekenis & definitie

Jancko douma (of douwama) van olde- boorn - Friesch krijgsman, geb. 1482, nam in 1500 deel aan het beleg van Franeker, sloot zich aan bij hertog Karei van Gelder, koos, toen het diens oogmerk minder bleek de Saksers uit Friesland te verjagen dan zichzelf als heer van Friesland op te werpen, de zijde van Karei V; een aanklacht tegen den Frieschen stadhouder, Schenk van Toutenburg, bracht hem in allerlei moeilijkheden en hij stierf na een gevangenschap van zeven jaren op het kasteel te Vilvoorde, 1530; het Friesche Genootschap gaf in 1849 zijn Geschriften uit, bevattende: Boeck der partijen; Articulen van Foerantwoerding; Instructie an sijn wijff; Tractaet fan sijner Rekenscap; Handel sedert 1520,