Itinerarium - (meerv. itineraria; Lat. „reisgids”), bij de Romeinen een reiswijzer of reisboek, waarin aangegeven waren de stations op een grooten weg tusschen twee hoofdplaatsen, met aanwijzing van de afstanden (I. adnotatum of scriptum); ook een cartographische voorstelling (I. pictum). Uit de Oudheid zijn bewaard gebleven : 1) De Itineraria Antonini, te weten het I. provinciarum voor de land- en het I. maritimum voor de zeewegen. Deze beide zijn oorspronkelijk afkomstig uit den tijd van keizer Antoninus Caracalla, doch de bewerking, waarin wij ze kennen, is uit de 4de eeuw. 2) Het I. Burdigalense of Hierosolymitanum, door een Christen in 333 samengesteld ten dienste van reizigers van Burdigala (Bordeaux) naar Jeruzalem, met een terugreis over Rome naar Milaan. 3) Het I. Alexandri, een omstreeks 340 n. C. samengestelde korte beschrijving van den tocht van Alexander d. Gr. naar Perzië, bestemd voor den veldtocht van Constantius tegen de Perzen. 4) Verschillende itineraria door het Heilige Land en beschrijvingen daarvan, uit de 4de tot de 6de eeuw.
Tamelijk volledig is voorts bewaard gebleven de kopie eener soort van wereldkaart, naar haar vroegeren eigenaar Tabula Peutingeriana genoemd, thans te Weenen; zie PEUTINGER.— Voorts beteekent I. reisverhaal, reisbeschrijving. In de R.-K. kerk: een gebed, door de geestelijken vóór en tijdens hun reis te bidden.