Illinois - (Fransche vorm van Iliniwek, een confederatie van Algonquin Indianenstammen), een der Noordelijkste van de Centrale Staten van de Ver. Staten van Noord-Amerika; gelegen in den driehoek, welken de Mississippi en de daarin uitstroomende Ohio vormen en heeft een oppervlakte van 146.720 K.M.2 ; het aantal inw. bedraagt 6.152.000. De Illinois River stroomt dwars door den staat.
I. maakte deel uit van de oude prairiën en heeft de merkwaardig snelle ontwikkeling van dit gebied medegemaakt. De buitengewone vruchtbaarheid van den bodem, de rijkdom aan mineralen en vooral de gemakkelijke transportmogelijkheden, behooren wel tot de voornaamste oorzaken van de hooge vlucht. In 1820 telde de staat nog nauwelijks 50.000 inw., nog geen honderd jaar later meer dan 6 miilioen.
I. is een landbouwstaat als nagenoeg geen der andere. Meer dan 250.000 boerderijen beslaan ongeveer 9/10 van het land en hun waarde (vóór den oorlog geschat op 10.000 miilioen gulden) is het grootst van de Unie. De productie van maïs bedraagt 100 miilioen H.L. (Vio van de Unie), die van haver 45 miilioen H.L., van tarwe 17 miilioen H.L. Zeer aanzienlijk is ook de verbouw van aardappelen (3 miilioen H.L.), rogge, gerst, boekweit en tabak.
De reusachtige landbouw maakte tevens een belangrijke veeteelt mogelijk. De veestapel telt niet minder dan 1½ millioen paarden, 2½ millioen runderen, 1 millioen schapen en 4½ millioen varkens. Wereldvermaarde slachterijen en vleeschpakhuizen, vooral in Chicago. Ook hierin overtreft Illinois alle andere staten van de Unie; de uitvoer bedraagt jaarlijks gemiddeld bijna 1000 millioen gulden en het zijn vooral deze „stocks” en „packing houses”, die Illinois tot een der belangrijkste industriestaten maken. Ze staat reeds op de 3e plaats. Ook de afvalproducten: bloed, ingewanden, hoeven, beenderen, horens, vet, huiden en haren, alles wordt in verschillende fabrieken verwerkt. Een tweede oorzaak van de industrieele ontwikkeling is gelegen in den rijkdom aan steenkool. Over Illinois strekt zich het belangrijkste steenkoolbekken van de Ver.
Staten uit en beslaat met ruim 100.000 K.M.2 bijna ¾ van den geheelen staat. Het werd in 1679 ontdekt door Hennepin. De laatste jaren bedraagt de productie ongeveer 60 millioen ton. Alleen Pennsylvanië levert meer. Daardoor is een grootsche ijzeren staalindustrie tot bloei gekomen, welke in beteekenis terstond op de vleeschindustrie volgt. Vooral fabrikatie van spoorwegmateriaal, landbouwwerktuigen en electrische apparaten. Vermelding verdienen verder: de houtzagerijen, fabrieken van muziekinstrumenten, papier, schoenen, kleedingstukken, gecondenseerde melk en whiskystokerijen, waarvan Peoria de grootste van de Unie bezit.
De petroleum is in de 20e eeuw eerst van beteekenis geworden: 38 millioen H.L. in 1907, welke hoeveelheid de laatste jaren vrij constant is geproduceerd.
Illinois werd reeds in 1818 in de Unie opgenomen. Zetel van het bestuur is de hoofdstad Springfield. De totale bevolking, die op 1 Juli 1916 bedroeg 6.152.000, waarvan enkele Indianen en Aziaten en 110.000 Negers, is voor een aanzienlijk deel in den vreemde geboren. Het grootste deel (320.000) der emigranten is afkomstig uit Duitschland, waarnaast staan 163.000 Oostenrijkers, 150.000 Russen, 115.000 Zweden, 93.000 Ieren, 72.000 Italianen, 60.000 Engelschen, 45.000 Canadeezen, 40.000 Hongaren, 33.000 Noren, 21.000 Schotten en 14.400 Hollanders. Niet minder dan 61,7 % der bevolking is opgehoopt in de steden, welk buitengewoon percentage vooral ontstaat door den overweldigenden invloed van Chicago, op een na de grootste stad van de geheele Unie met nagenoeg 2½ millioen inwoners. Geen der andere steden van Illinois heeft 100.000 inw. Litteratuur: J. H. Finley, Illinois; J. F. Mather, The Making of I.