Huelva - 1) Z.-Westelijkste prov. van Spanje ; 10.138 K.M.2, 327.000 inw.; omvat een deel der Siërra Morena (S. de Tudia, 1104 M. en S. de Aracena) en de Zuidelijke helling ervan tot aan de kust. Het Z.O. deel der prov. behoort tot het moerassige benedengedeelte van de vlakte van Andalusië (de Marisma’s), die door een met zandduinen bezetten schoorwal van de zee gescheiden is. In het Z.O. vormt de trechtermond van de Guadalquivir de grens.
De Rio Tinto en Odiel stroomen dwars door H. heen. — De prov. is rijk aan mineralen. Vooral beroemd zijn de kopermijnen van Rio Tinto.
2) hoofdstad van b.g. prov., 29.000 inw., gelegen aan den breeden trechtermond van de Odiel, en met spoorwegen verbonden, behalve met de mijnplaatsen Sotiel, Rio Tinto en Tharsis, met Sevilla en Merida. De stad heeft een goede haven en gaat, als uitvoerhaven van de kopermijnen en van zuidvruchten, vooruit. Nederl. consulaat. In de buurt wordt veel zeezout gewonnen en aan visscherij gedaan. In de stad espartovlechterij. H. is het oude Onuba.