Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Houtbestrating

betekenis & definitie

Houtbestrating - Voor straten, waarin een duurzaam, stofvrij, geruischloos en stroef plavleisel gewenscht wordt, maakt men dikwijls gebruik van de h., dat is een bestrating met houtblokjes, — een uitnemend plaveisel, dat weinig onderhoud vereischt, maar dat nogal duur in aanleg is, zelfs duurder dan een asphaltbestrating. Een h. wordt gelegd op een onderlaag van beton, ter dikte van 15 a 25 c.M. Hierover wordt een laagje zand of een cementmortel gespreid, waarin het hout in blokjes van ongeveer 8 c.M. breed, 20 c.M. lang en 10 a 15 c.M. hoog in halfsteensverband gestraat wordt, op dezelfde wijze als de klinkers in een straatweg. Soms zet men ze ook in een pekmortel direct op de betonlaag. Men neemt ervoor: harde houtsoorten, zooals karri, jarrah, djati en beuken, of zacht hout, zooals grenen of dennen.

Sommige houtsoorten worden tegen bederf bereid, door creosoteering of inpersing van chloorzink. De h. van zacht hout is verreweg goedkooper dan van hard hout, maar ook minder duurzaam. In het gebruik is dit echter zeer aangenaam en in hellingen is het te verkiezen boven hard hout. In duurzaamheid staat geprepareerd zacht hout trouwens niet zoo heel veel ten achter bij hard hout. Het straten van de houtblokjes geschiedt op tweeërlei wijze: dicht aaneengesloten of met open voegen van ongeveer 5 m.M. Gewoonlijk wordt zacht hout dicht gestraat, de blokjes worden in een warme teermastiek gedoopt en daarmede overstreken.

Hard hout straat men soms gesloten, dikwijls echter met open voegen, welke dan met een cement- of bitumineuze mortel worden volgegoten. Een eerste vereischte voor het behoud van een h. is haar tegen het indringen van water te beschermen. Ze wordt daarom op veel plaatsen jaarlijks overgeteerd, vooral als ze van zacht hout is, en met eenig grindzand bestrooid. De h. is hier te lande in de hoofdstraten van verschillende steden reeds gelegd en voldoet in alle opzichten zeer goed.

< >