Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Horticultuur

betekenis & definitie

Horticultuur - een uitdrukking voor „tuinbouw”, welke, voor zooverre zij in gebruik is, meestal wordt toegepast met betrekking tot het buitenland, b.v. Japansche horticultuur, waarbij dan echter zoowel gedoeld kan worden op den aanleg van tuinen als op de teelt der tuinbouwgewassen door de Jap. vaklieden. Onderdeelen van den tuinbouw zijn: de teelt van groenten (warmoezerij), de teelt van ooftboomen, sierboomen, heesters, enz. (boomkweekerij), de bloemisterij, waarvan sedert eenige jaren de teelt van bloembollen, de teelt van vasteplanten en het bloemschikken en versieren als min of meer zelfstandige onderdeelen worden beschouwd, voorts de teelt van groenten- en bloemzaden en het aanleggen van tuinen, parken, kerkhoven, enz. Met de ontwikkeling van den tuinbouw neemt het aantal onderdeelen toe; zoo heeft men b.v. nog bij de bloemisterij: handelskweekers (verkoopen slechts aan wederverkoopers), kweekers van snij-groen en bloemen, kweekers van marktplanten, kweekers van orchideeën, van anjelieren, enz. en daarnevens bloemisten, die voornamelijk hun bestaan vinden in het onderhoud van tuinen.

< >