Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hoensbroek

betekenis & definitie

Hoensbroek - gem. in Limburg, vlak ten N.W. van Heerlen, groot 860 H.A., hoofdzakelijk Limb. klei en beekklei langs de Geleen. De gem. gaat snel in zielental vooruit; in 1890 telde zij 1675 inw., thans (1918) reeds 5000. Dit vindt zijn oorzaak in de ontginning van de kolenvelden; in werking zijn reeds de kolenmijn „Emma” en de „Oranje-Nassau III”, terwijl ook tijdens den oorlog bruinkolenmijnen werden geëxploiteerd; het dorp heeft daarom een zijtak van de spoorlijn Sittard-Heerlen.

De gem. bevat behalve het dorp H. vele buurten en gehuchten. Zij was vroeger een heerlijkheid. Het tegenwoordige kasteel dateert uit 1644.

< >