Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hoeksnelheid

betekenis & definitie

Hoeksnelheid - Bij een draaiing met eenparige snelheid (zoodat in gelijke tijden gelijke hoeken worden doorloopen) noemt men den hoek, die per tijdseenheid wordt doorloopen, de hoeksnelheid. In de theoretische werktuigkunde drukt men de hoeksnelheid meestal uit in radialen per seconde; de hoeksnelheid heeft dus de dimensie T—1. Wordt de cirkel in 1 sec. doorloopen, dan heeft de straal een hoeksnelheid van 2 π sec—1. De aarde heeft een hoeksnelheid van 2 π / 24 x 60 x 60 sec—1.

Bij een willekeurige beweging noemt men hoeksnelheid het quotiënt van den boog gedeeld door ’t product van kromtestraal x tijd, dus het quotiënt van de lineaire snelheid gedeeld door den kromtestraal. Is de snelheid niet eenparig, dan kan men den hoek ∆α, die in den tijd ∆t doorloopen wordt, door ∆t deelen; ∆α/∆t stelt dan voor de gemiddelde hoeksnelheid in den tijd ∆t. Neemt men ∆t hoe langer hoe kleiner, dan krijgt men in de limiet ∆t = 0 het differentiaal quotiënt dα/dt; dit vertegenwoordigt de hoeksnelheid op het oogenblik t, toen ∆t begon. — De h. der om haar as wentelende aarde is 15° per uur, die der aarde in haar baan gemiddeld 0°.9856 per dag. Uit de harmonische wet volgt, dat de h. van de planeten naar buiten toe afneemt: die van Mercurius is het grootst, die van Neptunus het kleinst.

< >