Heyting - (August Theodoor Anton), Nederl. letterkundige, geb. 1879 te Poerworedjo (Java), werd genie-officier, doch verliet den militairen dienst en wijdde zich aan de letteren, schreef eerst onder ps. G. van Elring. Achtereenvolgens verschenen : Gedichten (1902), Vondel's Lyriek (bloemlezing, 1905), Harald de Skalde (drama in verzen, 1906). Nam aandeel in de Bilderdijkhuldigingen (1906), gaf een Bloemlezing uit de gedichten van Willem Bilderdijk, en in het Bilderdijk-Gedenkboek een art. over diens vertalingen.
Verder : De Psalmen (gekozen en bewerkt uit de beste vertalingen, 1907), Willem Bilderdijk, een Dichterstudie (1908), Onze Dichters (bloemlezing, 1908), Verzamelde Gedichten (1911), Het Boek der Sonnetten (bloemlezing, 1911), De Voetbalzege HollandEngeland (sport-epos, 1913) Liederen en Hymnen, Van Dood en Leven (1915), essays over Nederl. en buitenl. dichters in Groninger Dichtkunst en Groninger Kritieken (1915). Bovendien tal van verspreide gedichten en opstellen, ageerde tegen het groenloopen in De Groenen kanker aan de Universiteiten (1910). Streeft als dichter naar verbinding van het ideëele met het reëele, het individuëele met het universeele. Is tegenwoordig redacteur buitenland van het Hollandsch Nieuwsbureau te ’s-Gravenhage.