Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Heth

betekenis & definitie

Heth - eigl. Chet, legendarische stamvader (heros eponymus) van het oude volk der Hethieten of Hittieten. Hij wordt voorgesteld als bewoner („zoon”) van Kanaän, Gen. 10, 15. „Zonen en dochteren van H.” (Ben. 23, 3; 27, 46) = Hittieten, soms als aanduiding van de geheele Kanaänietische bevolking van Palestina, in tegenstelling met Abraham en zijn nakomelingen. Zie BEN.

< >