Hennin - hoofdbedekking voor vrouwen, die in Frankrijk omstreeks 1420 in de mode komt en vandaar over slaat naar de Zuidelijke Nederlanden en naar Duitschland. In de Nederlanden wordt de h. ten tijde van Philips den Goede het meest gedragen ; zie de talrijke miniaturen uit dien tijd, terwijl ook menig portret van Memling nog een voorbeeld is voor dezen hoofdtooi. De h. is een zeer puntig en spits uitloopende hoofdversiering, die op draad gespannen is of waarvan het geraamte uit een of andere lichte en dunne materie als bijv. carton of gesteven linnen bestaat.
Het model van dezen punthoed is het best te vergelijken met een suikerbrood ; het wordt omwikkeld met dunne kostbare stof en van de punt hangt een lange gazen sluier naar beneden. Langs het hoofd is een rand aangebracht, die meestal gemaakt is van donker fluweel of zijde en met edelsteenen en paarlen bestikt, niet zelden met initialen voorzien. Deze mode werd zoo overdreven, dat er verbodsbepa« lingen bestaan tegen al te hooge hennins.
