Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Helvetius

betekenis & definitie

Helvetius - (Claude Adrien), Fransch wijsgeer, 1715—1771, behoorende tot den kring der Encyclopedisten (d’Alembert, Diderot, Holbach, Grimm) verkreeg al in 1738 de winstgevende betrekking van generaal-pachter, die hij echter spoedig weer opgaf om zich, meestal op zijn landgoed levende, geheel aan de studie te wijden. In 1758 verscheen zijn beroemde werk De l’Esprit, dat, als gevaarlijk voor staat en godsdienst, weldra op bevel van ’t Parlement openlijk verbrand werd. Hierover verbitterd vertoefde H. een poos in Engeland en Duitschland (waar hij door Frederik II met onderscheiding behandeld werd), waarna hij verder tot zijn dood in Parijs verblijf hield. Na zijn dood verscheen nog van hem : De l'homme, de ses facultés et de son éducation (1772) en Les progrès de la raison dans la Recherche du vrai (Londen 1775), Oeuvres complètes (in 5 dln. 1785—1818).

H. leidt evenals Condillac al onze kennis af uit de zinnelijke gewaarwordingen en verkondigt een materialistische zedeleer. De eigenliefde is de drijfveer in alle handelen. Van het zedelijk handelen is echter het principe : het welbegrepen eigenbelang (intérêt bien entendu), de verbinding van egoïsme en het algemeen welzijn (bien public). Van uiterst gewicht is de wetgeving, die de eigenliefde en de hartstochten op ’t algemeene welzijn te richten heeft (beperking van de exploitatie der arbeidskracht, 7- a 8-urige werkdag, verbreiding van ontwikkeling en beschaving).

< >