Halifax - 1) hoofdstad van de Canadeesche prov. Nieuw-Schotland, is eerst in 1749 gesticht door immigranten uit Massachusetts en genoemd den toenmaligen minister van handel, Lord Halifax. Het ligt aan een der voortreffelijkste havens der wereld, de 22 K.M. diep het land indringende Chebuctobaai, waarbij zich het 50 K.M.2 groote Bedfordbasin aansluit. Van buitengewoon groot belang is, dat de haven slechts zelden dicht vriest.
Hoewel uitersten van +33,9° en -27,2° zijn voorgekomen, bedraagt gemiddeld de temperatuur in Jan. 5.7°, in Juli +17,4° per jaar, +5,9°. Als ijsvrije haven werd H. de winterhaven van geheel Oost-Canada, zoowel wat betreft inals uitvoer, doel van verschillende stoomvaartlijnen, beginpunt van den grooten Pacific spoorweg, tevens belangrijk vlootstation van de Engelsche marine, visschershaven van New-Foundland en Labrador en station voor zeekabels, waarvan er hier vijf samenkomen. De stad, die in 1911 ruim 46.000 inw. telde, heeft breede, regelmatige straten, de Dalhouse-universiteit, benevens een Presbyteriaansche hoogeschool. H. is zetel van den luitenant-gouverneur der provincie, van een Anglicaanschen bisschop, van een R.-Kath. aartsbisschop, van de wetgevende vergadering en van consulaire ambtenaren van verschillende landen o. a. van Nederland. De versterkte haven met citadel, arsenaal, buitenforten en een bezetting van pl.m. 2000 man is voorzien van ruime kaden, havendammen, verscheidene honderden schepen kunnen er tegelijkertijd liggen, ook de allergrootste. De uitvoer bestaat vooral uit koren, vleesch, visch, hout en is door het deelnemen van Canada aan den grooten Europeeschen oorlog de laatste jaren verbazend sterk toegenomen.
In 1915 had de export een waarde van ruim 43 millioen gulden. Nederl. consulaat. Aan gene zijde van de haven ligt Dartmouth met belangrijke industrie. In Dec. 1917 had er in de haven een aanvaring plaats en daardoor een geweldige ontploffing van de munitie, waarmede een der schepen was bevracht. Een groot deel van de stad werd vernield en meer dan 1200 menschen verloren hun leven. — 2) zeer welvarende industriestad, romantisch gelegen op een sterk heuvelachtig terrein in het graafschap York, N.-Engeland, aan de Calder, zijrivier van de Aire; 110.000 inw.; belangrijk centrum van de wolindustrie met de grootste tapijtfabrieken der wereld; in de omgeving steenkoolmijnen, in verband daarmee ijzer- en machine-industrie; verder nog katoenindustrie. Gedurende zijn verblijf te H. heeft Daniël Defoe een gedeelte geschreven van zijn bekend boek Robinson Crusoë.