Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 03-01-2019

Haehnel

betekenis & definitie

Haehnel - (Ernst Julius), geb. 1811 te Dresden, aldaar gestorven 1891. Duitsch beeldhouwer, die zich voornamelijk toelegde op de architectonische sculptuur, waartoe hij te München en later te Rome studeerde. In München onderging hij sterk den invloed van Genelli*. Sedert 1838 werden hem opdrachten gegeven, allereerst voor het theater te Dresden.

Na den brand werden de figuren van Aristophanes, Sophocles, Shakespeare en Molière weer voor het nieuwe gebouw gebruikt; van het Bacchusfries is alleen een gipsafgietsel over. Zijn hooge kunstopvatting kwam uit in het Beethovendenkmal te Bonn (1845 in brons gegoten door Burgschmiet), in een ruiterstandbeeld van Karei IV te Praag 1846; latere voortreffelijke werken zijn het standbeeld van koning Fred. Aug. II te Dresden, (1867), het ruiterstandbeeld van Fürstenberg te Weenen, het standbeeld van Körner te Dresden (1871). Voor het museum te Dresden en de opera te Weenen maakte hij vele reliefs en figuren. Hij was professor in de beeldhouwkunst aan de Academie te Dresden. Litt. en afb.: Grosse, E. J. Hahnels litterarische Reliquien (Berlin 1893) en 160 photographische afbeeldingen van zijn werken in 1882—-1887 te Dresden uitgegeven.

< >