Guinéestroom bevindt zich in den driehoek, gevormd tusschen de Equatoriaal-stroomen van den Atl. Oceaan en de Afrikaansche kust; stroomt in O. richting, dikwijls is de overgang tusschen de Equat.-stroomen en den G.-stroom zeer plotseling. De stroom wordt gevoed door water uit de Equat.-stroomen en is in Juli, Aug. en Sept. het sterkst ontwikkeld door invloed van den Z.W-.moesson.
De temp. van het water is iets hooger dan in de aangrenzende stroomgebieden, omdat het water tweemaal den weg door de tropen aflegt. In het gebied 5°—10° N.B. en 20°—25° W.L. vindt men uit Nederl. waarnemingen den volgenden jaarlijkschen gang (snelheid zeemijlen per etm., bestendigheid in procenten).
Een der best gedocumenteerde werken over den G.-stroom is Kon. Ned. Met. Instituut N°. 95. Observations océanographiques et météorologiques dans la Région du Courant de Guinée 1855—1900, I Texte et Tableaux, II Planches.