Grondonderzoek - Voor de uitvoering van een bouwwerk is een onderzoek van den bodem, waarop dit zal worden gebouwd, noodzakelijk. Bij eenvoudige bouwwerken kan dit geschieden door het graven van putten, die echter niet over groote diepte en niet beneden den grondwaterstand kunnen gegraven worden. Een oppervlakkig onderzoek van den grond kan men instellen door een puntig ijzer, een z.g. visiteer- of sondeerijzer, in den grond te steken, om zoodoende de aanwezigheid van grind, klei of harde lagen te bepalen.
Moet voor een bouwwerk geheid worden, dan slaat men gewoonlijk van te voren een heipaal, een z.g. proefpaal, om daarnaar de draagkracht van den bodem te beoordeelen en de lengte, die voor de te gebruiken palen vereischt wordt. Een grondig g. verkrijgt men echter alleen door een grondboring. Zie GRONDBOOR.
