Groenlandsche walvisch - Balaena mysticetus, wordt ongeveer 20 M. lang, maar zeer zwaar en dik. De lengte van den kop bedraagt ⅓ van die van het lichaam; de ongeveer 400 baarden worden tot 2,5 M. lang. De G. W. kwam vroeger voor in de geheele Noordpoolzee tot aan de grenzen van het poolijs, tegenwoordig alleen in de nabijheid van het drijfijs in de Baffinsbaai en ten N. van de Behringstraat des zomers; in den winter langs de kusten van Groenland en in de zee van Ochotsk, tot ongeveer 56° N.B. In de 16e en 17e eeuw werd het dier in de nabijheid van Groenland vooral door Nederlandsche en Engelsche walvischvaarders in grooten getale gejaagd, waardoor ontzaglijke winsten behaald werden.
Gemiddeld levert een volwassen exemplaar 12-16000 L. traan en 700-1000 K.G. baarden. Tegenwoordig wordt de vangst bijna uitsluitend door Amerikanen uitgeoefend.