Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Griend (hout)

betekenis & definitie

Griend (hout) - rijshout van wilg (griendhout), of een bosch bestaande uit dit rijshout, in N.-Brabant genaamd wishout. Grienden worden aangetroffen op de lage gronden langs de groote rivieren (buitendijksche g.), voorts op laag gelegen vruchtbare gronden in Utrecht, Z.-Holland, langs den Geld. IJsel en elders (binnendijksche g.). Hoewel voor den aanleg vaak terreinen worden gebezigd, die voor gras- en bouwland te laag zijn gelegen, moet toch aan een voldoende drooglegging veel zorg worden besteed. Ook de grondbewerking, die gewoonlijk bestaat uit diepspitten, moet zorgvuldig plaats hebben.

Het bepoten van den grond geschiedt zeer verschillend. Men neemt stekken van 1tot ten hoogste 4-jarig hout, van welig groeiende snij- of hakgrienden. Het poothout (de z.g. pootlatten) worden op lengte gehakt en daarna gestekt, of, wat beter is, de pootlat, die een lengte heeft van 3-3,5 M. wordt ong. 40 c.M. in den grond gestoken en daarna 10-15 c.M. boven den grond afgesneden. Het afgesneden gedeelte wordt op dezelfde wijze in den grond gestoken en weer afgesneden, enz. Ook de plantwijdte loopt zeer uiteen. Langs den Ged. IJsel is deze ong. 25 bij 40 c.M., elders 50 bij 55 c.M., in ’t Utrechtsche wel 60 bij 80 c.M. Deze grienden worden alle jaarlijks gesneden (snijgrienden), de laatstgenoemde echter naderhand om de 2-4 jaren gehakt (hakgrienden). Hakgrienden worden wel gepoot op ong. 80 c.M. afstand. — De in ons land meest gebruikte soorten zijn kat (Salix viminalis) en grauw (S. amygdalina).

Bij beide, vooral echter bij eerstgenoemde, komen nog weer veel variëteiten voor. De laatste stelt wat hooger eischen aan den grond dan de eerste. Op minder goede gronden wordt enkel kat geplant — of wel een menging van beide soorten toegepast. Grauw is als teen meestal hooger in prijs dan kat, omdat die soort bij schillen een teen oplevert, die mooier wit is. — Het snijden geschiedt in den winter. Er moet daarbij op gelet worden, dat zoo dicht mogelijk bij den grond wordt gesneden of gehakt. Het hout bestemd voor poothout, hoephout en om te schillen moet zoo spoedig mogelijk met de ondereinden in het water worden gezet. — Het schillen der teenen geschiedt in het voorjaar door middel van een klem, die aan een in den grond geslagen paal is bevestigd. De teen wordt tusschen de klem geslagen en teruggetrokken, waardoor de bast loslaat. — Litt.: Hesselink, De Griendcultuur in Nederland, Versl. en Meded. v. d. Dir. v. d. Landb. 1907 No. 6; Meelker, Griendcultuur, uitg. der Ned. Heidemaatschappij.

< >