Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gomorra

betekenis & definitie

Gomorra - oude, legendarische (?) stad, gelegen in een zeer vruchtbaar, lieflijk oord bij den Jordaan (Gen. 13, 10), wier bewoners echter „groote zondaars tegen Jahwe” waren (Gen. 18, 20; zie SODOM). Blijkbaar is de bedoeling, dat die steden gelegen hebben, waar thans de Doode Zee is (Gen. 19, 24 v. en 28 v.), niet ver van Zoar. — De vulkanische aard van die landstreek (zie ook ARABA, EN-NOEKRA) geeft aanleiding om ook bij Gen. 19 te veronderstellen, dat het wonderverhaal aanknoopt bij vulkan. uitbarstingen, waarvan de eerste vertellers dezer sage kennis droegen. Het (aan Babylonische motieven ontleende) zontvloedverhaal, Gen. 6—9, veronderstelt de geweldige stormvloeden, die, van ’t Z. uit, Babylonië konden teisteren en overstroomen; de vergrootende sage maakte er van: een overstrooming, die de heele (Babyl.) wereld bedekte en de ark voerde van de Perz. golf naar Armenië (zie EUFRAAT). Bij de „plagen van Egypte” onderstelt de verandering van den Nijl in bloed (Ex. 7, 17) den jaarlijkschen „rooden Nijl”, zie EGYPTE ; ook hier wordt ’t motief sterk uitgebreid.

In de verhalen over den uittocht is de „natuurlijke” gebeurtenis (Ex. 14, 21) nog in de traditie bewaard gebleven naast het wonderverhaal van het doortrekken door de Roode Zee (vers 22). Iets dgl. heeft men ook bij de geschiedenis over Gomorra (en andere verhalen). Men houde echter in ’t oog dat, naast dat „natuurlijke” uitgangspunt, nog tal van andere factoren meewerken tot ’t ontstaan dier verhalen.

< >