Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Goes (hugo van der)

betekenis & definitie

Goes (hugo van der) - Zuidnederlandsch schilder, geboren wellicht te Goes in Zeeland, gestorven 1482 te Rooklooster bij Brussel, werkte voornamelijk te Gent. De meest persoonlijke figuur onder de Zuidnederlandsche schilders uit de tweede helft der 16e eeuw; over zijn leven (van Mander) is het een en ander bekend, daar hij eenige malen in gildenlijsten en rekeningen genoemd wordt, o. a. reeds in 1465, toen hij burger van Gent werd, in 1468, toen hij meewerkte aan de decoratie bij den intocht van Karel den Stoute te Gent, kort na den dood van D. Bouts, toen hij diens werk moest taxeeren (1475) en daar hij wordt genoemd in een Kroniek, door zekeren kloosterbroeder Gaspar Ofthuys geschreven. Deze vertelt ook, dat Van der Goes zich na 1475 in het klooster terugtrok, zijn bezigheid als schilder daarbij voorloopig niet liet varen en herhaaldelijk ook in het klooster nog bezoek ontving van hooggeplaatste personen (den lateren keizer Maximiliaan), die zijn werk kwamen zien. In datzelfde klooster is hij krankzinnig gestorven.

Vooral deze laatste mededeeling wordt van gewicht ten overstaan van het werk, dat Hugo van der Goes heeft achtergelaten. Er is in zijn composities, in het dramatisch spel zijner figuren, in de zeer eigengereide wijze, waarop hij veelal behandelde onderwerpen weet te hervormen, als had hij het geval zelf beleefd, dikwijls iets zoekend-onrustigs, iets zenuwachtig-verwards, waardoor echter de voortreffelijke techniek nooit lijdt. Van zijn werken zijn te noemen: Het groote triptychon, geschilderd voor Tomaso Portinari, omstreeks 1475 (Florence, Uffizi); Weenen, Hofmuseum: Adam en Eva; Beweening van Christus en de H. Genoveva (diptychon); Weenen, Coll. Liechtenstein: Aanbidding der drie Koningen. Frankfort: de H. Maagd met het Kind, borststuk (de vleugels van andere hand); Breukelen — Verzameling Onnes van Nijenrode: De H. Maagd met het Kind; Brugge, St. Sauveur, de stichters op een onvoltooiden vleugel van een door Dirck Bouts geschilderd altaar, waarvan het middenpaneel den H. Hippolytos vertoont; Berlijn: De aanbidding der drie Koningen, z.g. Altaar van Montforte; Berlijn: De geboorte van Christus; Brugge: Sted. Museum, De dood van Maria; Holyrood bij Edinburg (omstreeks 1478), Twee vleugels van een altaar met stichters; Wiltonhouse, Earl of Pembroke, Geboorte van Christus; Amsterdam Rijksmuseum, Johannes de Dooper met eenen Stichter. Zooals wij boven zeiden, is G. in zijn opvatting een der meest origineele kunstenaars geweest van de z.g. Vlaamsche School, zij het dan ook, dat zijn oorspronkelijkheid soms niet vrij bleef van een kennelijk pathologischen tint.

Alles, zijn composities en figuren, de uitdrukking der koppen, wijst er op, dat hij telkens weer bepaalde levende modellen op het oog had, dat hij alle mogelijke aandoeningen en de geheele reeks van menschelijke gevoelens in gelaatstrekken en gebaar heeft willen uitdrukken. Tevens is hij een onvermoeibaar bestudeerder van het landschap (herfstachtig landschap der Portinaritriptiek, landschap op het Montforte-altaar) en zijn werken vertoonen een bewegelijk coloriet, zoo licht en kras, dat men zou meenen, dat hij ook veel buiten en niet alleen in de werkplaats moet hebben geschilderd, of althans sterke herinneringsindrukken van de verlichting buiten ontving. Van der Goes is ook de eerste geweest, die naast de overgeleverde figuren van heiligen en stichters werkelijke boeren en herders van het land overtuigend heeft afgebeeld (Portinaritriptiek en de geboorte van Christus te Berlijn). Op eenige Italianen en verscheiden Noord- en Zuidnederlanders (Ghirlandajo, Meester der Virgo inter Virgines en misschien ook Hieronymus Bosch) heeft zijn kunst invloed uitgeoefend. Van de weinige werkelijk Vlaamsche Meesters, die ook groote paneelen hebben geschilderd, is Van der Goes de eenige, wiens stijl in het groote formaat tot zijn recht komt. Litteratuur: Vooral Friedlander, Von Eyck bis Breughel (Berlijn, Julius Bard 1916), voorts de volledige kritische biographie van Destrée, Hugo van der Goes.

< >