Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gnetum

betekenis & definitie

Gnetum - plantengeslacht der Gnetaceeën, orde Gnetales met ongev. 15 soorten in de tropen. Het zijn meest lianen, zelden boomen (zooals G. Gnemon) met kruiswijs tegenoverstaande eironde of lancetvormige bladeren en mann. of vrouwel. bloemen in aren. De bloemen hebben slechts één meeldraad, omgeven door een buisvormig bloemdek. De 9 bloemen bestaan uit een zaadknop met twee omhulsels (integumenten) en weer omgeven door een buisvormig bloemdek.

Het binnenste integument is veel langer dan het buitenste en in een lange buis buiten den zaadknop uitgetrokken, die het stuifmeel opvangt en dus dezelfde functie heeft als stempel en stijl bij de Angiospermen. Daar een vruchtbeginsel ontbreekt, ontstaat er na de bevruchting niet een vrucht, doch alleen een zaad, dat omgeven is door het vleezig geworden bloemdek (te zamen meestal toch vrucht genoemd). De zaden van Gnetum Gnemon, die in Ned.-Indië veel wordt gekweekt, eet men gekookt of men maakt er platte koekjes van, die men bij de rijsttafel gebruikt (melindjo).

< >