Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Glycol

betekenis & definitie

Glycol - aethyleenglycol, de eenvoudigste der tweewaardige atkoholen of glycolen; het is een bij 1970kokende vloeistof van de samenstelling CH2OH — CH2OH, die uit aethyleenbromide door verhitting met water en kaliumcarbonaat gewonnen wordt. Het g. is kleurloos, eenigszins dikvloeibaar, heeft een zoeten smaak, en geeft in elke verhouding met water een homogene vloeistof; bij CL heeft het een soortelijk gewicht van 1.125. Door oxydatie met zuurstof en platinazwart ontstaat glycolzuur, C2H403; dezelfde verbinding ontstaat wanneer verdund salpeterzuur bij de gewone temperatuur op g. inwerkt; verdere oxydatie geeft zuringzuur; deze reacties komen overeen met de vorming van azijnzuur uit den gewonen alkohol; maar terwijl deze als ééuwaardige alkohol maar één eenbasisch zuur levert, geeft het bivalente g. een éénbasisch oxyzuur en een tweebasisch zuur.

Door verhitting van g. met zoutzuur wordt een hydroxylgroep door chloor vervangen, en verkrijgt men aethyleenchloorhydrine, CH2Cl. CH2 OH.

< >