Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 03-01-2019

Geyerstam

betekenis & definitie

Geyerstam - (Gustaaf), Zweedsch schrijver, geb.1858 in Vastmanland, overl. 1909, schreefromans, novellen, gedichten en tooneelstukken.In zijn eerste periode wordt G. getroffen doorde tegenstelling van dat, wat is en wat schijnt.Hij heeft een pessimistisch oordeel over dat,wat anders schijnt dan het in werkelijkheid is,maar een optimistisch geloof in dat wat werkelijkis. Juist dat leven van schijn teekent G. danbij voorkeur, een huwelijk, dat alleen nog voorde buitenwereld bestaat, een priester, die alleenom den broode niet afvallig wordt. In zijn laterewerken laat G. vooral de macht van de natuurzien en de geweldige oerkracht, die den Zweed-schen boer op het land kunnen bezielen.

G.’slaatste werken hebben een sterk mystiek karak-ter, de levenstragiek is voorhem, dat eigenlijkiedereen alleen staat. Gr&kallt (ijskoud) 1883,Erik Grane 1885, Pastor Hallin 1887, Medusashujvud (Ms. hoofd) 1895, een serie romans overde verhouding van man en vrouw in het huwelijk,Kampen om Karlek 1896 (liefdestrijd), Akten-skapels komedie 1898 (huwelijkskomedie), Bokenom lille-bror 1900 (het boek van kleine broer),Kvinnomakt 1901 (vrouwenmacht), Sjalarnas-Icamp (zielenstrijd), Farliga Makter 1905 (ge-vaarlijke machten), Den eviga Gilan 1907 (heteeuwige raadsel).

< >