Gemeenten in ned.-lndië - zijn te onderscheiden in Inlandsche G., genoemd in art. 71 en art. 104 Reg. Regl. en G. in den zin der decentralisatie-wetgeving (zie DECENTRALISATIE IN NED.-INDIE). Voor de Inl. G. op Java en Madoera zie DESA (Javaansche).
Ook op de Buitenbezittingen zijn in de meeste streken dorpen, die tevens Inl. G. zijn in den zin van art. 71 R.R., dus niet enkel in topographischen zin; zij hebben dus hun oud-inheemschen bestuursvorm behouden, voor zoover niet door het Gouv. gewijzigd. De voornaamste algemene kentrekken van het bestuur dezer G. zijn erfelijkheid der voornaamste bestuursfuncties, met verkiezing, en de gewoonte, dat het bestuur gevoerd wordt in gestadig overleg met de ingezetenen. Voor de bijzondere vormen, zoowel van uiterlijk voorkomen als van organisatie, zie op de namen der verschillende volken en stammen. Voor de Buitenbezittingen bestaan alleen Inl. gemeenteordonnanties voor Sumatra’s W.-kust (Ind. Stbl. 1914 No. 774) en de res. Amboina (Ind. Stbl. 1914 No. 629; 1917 nos. 223 en 224); ze sluiten zich aan bij den toestand volgens den adat, en volgen in sommige opzichten de Inl. gemeente-ordonn. voor Java en Madoera; zie DESA (Javaansche), in andere de Nederl. gemeentewet.