Geelgors of haverkneu - Emberiza citrinella; kop, hals en onderzijde geel; de rug roestkleurig; lengte 15.5 c.M.; staart 7 c.M. Bewoont N.- en Midden-Europa en Z.-Siberië. In ons land van Maart tot October overal, waar water en riet is; trekt naar Z.-Europa; vele exemplaren blijven echter ’s winters hier. Nestelt langs slooten en plassen in struikgewas en gras.
Leeft ’s zomers van insecten, ’s winters van zaden. Nuttig.