Gedachtelezen - (Eng. thought- of mind-reading), de kunst om door „psychische uitstraling” of „magnetisch rapport” onmiddellijk de gedachten van anderen te weten te komen. Sedert 1875, toen Brown in New-York en later Stuart Cumberland in de groote steden van Europa hun séances gaven, trok de zaak de aandacht der geleerden. De gewoonste vorm is deze, dat men in de afwezigheid van den gedachtelezer een willekeurig voorwerp wegstopt of een zeker getal of iets dergelijks in gedachten neemt waarop de gedachtenlezer in het gezelschap terugkeert en zich eenige aanwezigen, die bij het wegstoppen tegenwoordig waren, als „mediën” uitkiest; geblinddoekt het medium bij de hand vattende, beveelt hij het zijn gedachten op het te zoeken voorwerp te concentreeren en brengt dit dan na langer of korter zoeken inderdaad te voorschijn. Een eenigszins bevredigende verklaring van het g. gaf het eerst de Amerik. zenuwarts G. M. Beard, die in zijn verhandeling „Physiologie van het G.” (1877) zocht aan te toonen, dat het louter op de onbewuste spierbewegingen van het zg. medium berust.
Het proefondervindelijk bewijs hiervoor leverde de physioloog William Preyer, die in 1886 een reeks belangrijke studiën over het g. publiceerde, waarin aangetoond werd, dat de meeste menschen, wanneer zij sterk aan iets denken, met hun handen geheel onbewust zekere spierbewegingen verrichten, die wel uiterst zwak, doch niettemin sterk genoeg zijn, om door een geoefend gedachtenlezer te worden gevoeld. Het optreden van dusdanige minimale spiercontracties heeft Preyer aangetoond door middel van een door hem vervaardigd zeer gevoelig apparaat, den palmograaf, die in staat stelt ook de zwakste bewegingen graphisch te constateeren. Zonder directe aanraking tusschen medium en gedachtenlezer vervalt de mogelijkheid van het g. Wel heeft in den laatsten tijd de Parijsche physioloog Charles Richet op grond van talrijke door hem en anderen genomen proeven getracht te bewijzen, dat ook op een afstand en zonder eenigerlei waarneembaar stoffelijk hulpmiddel voorstellingen van den een op den ander kunnen overgaan (Fr. suggestion mentale, Eng. thought-transference), maar Preyer is van meening, dat bij de experimenten van Richet toeval en zelfbedrog een groote rol hebben gespeeld.