Gedaanteverwisseling - of metamorphose; men verstaat hieronder eene trapsgewijze ontwikkeling: uit een ei komt eene larve, die, alvorens zij tot het volwassen insect overgaat, verschillende stadia doorloopt, welke sterk van elkander verschillen kunnen. Bij tal van lagere dieren komt g. voor; het meest bekend is zij bij de insecten. Zij kan zich verschillend voordoen. Bij sommige insecten komt uit het ei eene larve, die alleen daarin van het volwassen dier verschilt, dat zij geen vleugels en onontwikkelde geslachtsorganen bezit; door een aantal vervellingen gaat deze larve allengs in het volwassen insect over; men noemt dit een allengs plaatsvindende of geleidelijke g. Bij andere echter, wanneer de larven in het water leven en de volwassen insecten op het land, bestaat uit den aard der zaak tusschen larve en volwassen stadium een groot verschil, bv. bij de haften (ademhaling!); zijn de larven volwassen, dan treedt bij de laatste vervelling het volwassen insect te voorschijn: onvolkomen g. Maar bij vele vormen schuift zich tusschen larve en imago een ruststadium van geheel andere gedaante in, de pop, waaruit na zekeren tijd het volwassen insect te voorschijn komt.
Men heeft dus larve-pop-imago, die sterk van elkander verschillen; dit is de volkomen g.; schijnbaar ontstaat de pop sprongsgewijs uit de larve, de imago sprongsgewijs uit de pop; in werkelijkheid echter zijn deze overgangen geleidelijk, wat men kan waarnemen door bv. vlinderpoppen van verschillenden ouderdom te openen. Het verschillen in de onderscheidene soorten van g. is dus meer schijnbaar dan werkelijk; inderdaad ontstaan de imagines geleidelijk uit de jonge larven en vallen de grenzen dus weg. Er zijn ook insecten, die geen g. doorloopen, bij welke dus de uit het ei komende dieren de gedaante der imagines reeds bezitten, bv. bij de Franjestaarten en Springstaarten; eigenlijk is dit niet juist, daar de jongste dieren van de oudere toch altijd in enkele kenmerken, bv. in de ontwikkeling van de geslachtsorganen verschillen; eene g. ontbreekt dus in werkelijkheid niet, al zegt men, dat men dan met insecten zonder g. te doen heeft. Bij tal van andere dieren treedt een g. op, somtijds in zeer gecompliceerden vorm.