Gauten - sinds de 2e eeuw n. C. bij Grieksche en Romeinsche schrijvers voorkomende naam voor de bewoners van Z.-Zweden (van de Göta-elf oostwaarts tot de Oostzee). Zij heeten in het Oudnoorsch Gautar en in het Oudengelsch Géatas. In de Noorsche en Oudengelsche heldensage spelen zij een belangrijke rol. Tot hun vorsten behoorden Beowulf, de held van het gelijkn.
Oudeng. epos, en Hygelác, die op een rooftocht tegen de Chattuariërs (tusschen 512 en 520) sneuvelde (Gregorius van Tours noemt hem Chochilaicus). De naam G. leeft nog voort in geograf. namen, als Göta-elf, Oost- en West-Gotland, Götaborg. Over den samenhang met den naam der Goten valt weinig met zekerheid te zeggen.