Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Galton

betekenis & definitie

Galton - (Sir Francis), Eng. ontdekkingsreiziger, 1822—1911, studeerde in de medicijnen, deed 1845—46 eene reis naar Noord-Afrika en ondernam van 1850—52 met K. J. Andersson uitgestrekte ontdekkingsreizen in Zuid-Afrika. (Damara-, Owambo- en Nama-land). Daarna leefde hij te Londen, waar hij van 1885—88 president van het anthrolopogisch Instituut was. Met Quetelet is hij de grondlegger van de metende leer van erfelijkheid en variabiliteit, van hetgeen tegenwoordig biometrica genoemd wordt. Hoewel deze geheele richting van onderzoek door de herontdekking der wetten van Mendel min of meer op den achtergrond gedrongen is, blijft zij toch nog van zeer groote waarde voor de geheele erfelijkheidsleer.

Hoofdwerk van G. is: Natural Inheritance, London 1889. Verder schreef hij: Narrative of an explorer in Tropical South-Africa (London 1853, 2e dr. 1890); The Art of Travel, or shifts and contrivances in wild countries (6e dr. London 1876); Hereditary genius, its law and consequences (2e druk 1892); Meteorographica, or methods of mapping the weather (London 1863).

< >