Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

Gallie

betekenis & definitie

Gallie - (Johan Hcndiik), geb. 1847 te Vorden,overl. 1908 te Utrecht, bekend Germanist enfolklorist, stud. te Leiden; 1872—1882 leeraarin Ned. taal en letterk. resp. te Haarlem enUtrecht, 1882 hoogleeraar in de Germ. talen ende beginselen van het Sanskrit en de vergelijken-de Indogerm. taalwetensch. te Utrecht. G.’swetens ch. werkzaamheid was veelzijdig en om-vangrijk. Zijn voornaamste geschriften hebbenbetrekking op de Oudgerm. talen en de Nederl.volkskunde: Altsächsische Grammatik, le Hälfte.Lautund Flexionslehre (Halle—Leiden 1891;2e druk, na G.’s dood uitgeg., 1910); Gutiska(1880--’82); Altsächsische Sprachdenkmäler (1895);Vorstudien zu einem allniederd. Wörterbuch(Leiden 1903); Woordenboek van het Geld-Overijs.dialed (den Haag 1896); Het Boerenhuis in Ne-derland en zijne bewoners (Utrecht 1907—’08).

< >