Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gallée

betekenis & definitie

Gallée - (Johan Hendrik), geb. 1847 te Vorden, overl. 1908 te Utrecht, bekend Germanist en folklorist, stud. te Leiden; 1872—1882 leeraar in Ned. taal en letterk. resp. te Haarlem en Utrecht, 1882 hoogleeraar in de Germ. talen en de beginselen van het Sanskrit en de vergelijkende Indogerm. taalwetensch. te Utrecht. G.’s wetensch. werkzaamheid was veelzijdig en omvangrijk. Zijn voornaamste geschriften hebben betrekking op de Oudgerm. talen en de Nederl. volkskunde: Altsächsische Grammatik, 1e Hälfte.

Lautund Flexionslehre (Halle—Leiden 1891; 2e druk, na G.’s dood uitgeg., 1910); Gutiska (1880-’82); Altsächsische Sprachdenkmäler (1895); Vorstudien zu einem altniederd. Wörterbuch (Leiden 1903); Woordenboek van het Geld-Overijs. dialet (den Haag 1896); Het Boerenhuis in Nederland en zijne bewoners (Utrecht 1907—’08).

< >