Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Galeas of galjas

betekenis & definitie

Galeas of galjas - In de 16e eeuw aan de Middellandsche zee uit de galei ontstaan, vaartuig, met grootere breedte en hoogte. De lengte was ongeveer 5½ maal de breedte. De stabiliteit van deze schepen was hierdoor beter dan van de galeien; zij waren zeewaardiger; de roeiers zaten meer beschut tegen de golven; zij hadden grooter aantal kanonnen, gewoonlijk ongeveer 50 stuks, die op het hooge vóóren achterdek en tusschen de roeibanken waren opgesteld; zij hadden een bemanning van 700 tot 1000 man en drie masten met latijnzeilen.

Deze zeilen waren moeilijk te bedienen en werden daarom bij slecht weer gewoonlijk door kleinere zeilen vervangen. De afmetingen van deze schepen waren: lengte = 50 M., breedte = 9 M., holte = 6.50 M., diepgang = 3.35 M. Aan beide zijden stonden 44 roeibanken, op onderlingen afstand van hoogstens 1.30 M. met bijbehoorende riemen, die elk door 7 of 8 man bediend werden.

Een ander soort galjas kwam in Holland veel voor als kleiner vaartuig van 100 tot 260 ton, met twee masten, een grooten voormast met steng en een kleinen achtermast. De bouw van dit soort g. geleek op dien van den kotter en de sloep en werd veel in Koningsberg, Stettin en Stralsund gebouwd.

< >