Galaten - Oorspronkelijk een der stamnamen voor de Kelten in het algemeen, later in het bijzonder gebruikt voor de Kelten, die zich tijdens de groote Keltische volksverhuizing in Klein-Azië vestigden. Zij trokken daarheen na de nederlaag van Brennos bij Delphi (279 v. Chr.) Polybius rekent tot hen de stammen der Tolistobogii, Tectosages en Trocmi. In 235 v. Chr. stichtten zij het Galatische rijk. Zij waren afhankelijk van de koningen van Pergamum, zooals Attalus I en Eumenes II, in wier legers zij dienden.
Later vindt men hen in de legers der Macedonische koningen. Dat het Christendom vroeg aanhangers onder hen vond, blijkt uit Paulus’ brief aan de Galaten. Hoe lang zij hun Keltische taal bewaard hebben, staat niet vast. Het bericht van Hieronymus (341—4201 dat de taal der Galaten zes eeuwen na de stichting van hun rijk nog geleek op die der inwoners van Trier, verdient geen geloof. Brief aan de G. Het is een veel bestreden kwestie of de brief, door Paulus gericht is aan Christenen in het oorspronkelijke eigenlijke Galatië dan wel aan die in het Zuiden van de zoogenaamde Romeinsche provincie, welke Hand. 13, 14 en 16 ter sprake komen. (Noordelijke en Zuidelijke hypothese).
Het schrijven is een van Paulus’ vier hoofdbrieven, waarvan de echtheid slechts zelden werd bestreden, alleen door A. D. Loman, W. C. v. Manen en A. Pierson, vertegenwoordigers van de z.g. radikale Hollandsche kritiek. In het buitenland werd de brief slechts door R. Steek verworpen Het doel van Paulus is de bestrijding van het Judaïsme, dat ook bij de G. binnengedrongen is en de verdediging van zijn apostelschap, waarbij ook het apostelconvent ter sprake komt. Wellicht werd G. geschreven tijdens Paulus’ verblijf te Korinthe in het jaar 50. — Litt. in Nederland: J. Cramer, De brief van Paulus aan de G., 1890; J. M. S. Baljon, Exeg. krit. verhandeling over den brief van Paulus aan de G., 1889. In bewerking: H. M. v. Nes, G. in „Tekst en Uitleg”. De nieuwste kommentaar is van den R.K. dominicaan J. M. Lagrange, 1918.