Galactose - Een suiker, C6 H12O6, isomeer met druivensuiker en vruchtensuiker. De rechtsdraaiende g. ontstaat o.a. tegelijk met druivensuiker, bij de ontleding van melksuiker door verdunde zuren en bovendien bij hydrolyse van sommige andere suikers en van sommige gomsoorten. Zij kristalliseert in groote prisma’s die bij 164° smelten, en lost in water veel moeilijker op dan druivensuiker; zij is evenals laatstgenoemde stof een aldehydalkohol en reduceert alkalische koperoplossingen.
G. ontstaat ook door splitsing van in de hersenen voorkomende complexe stoffen en wordt daarom ook wel cerebrose geheeten. Door reductie ontstaat de zeswaardige alkoholdulciet; bijj oxydatie met salpeterzuur levert g. slijmzuur.
