Frederik (koningen van denemarken) - naam van verschill. koningen vanDenemarken. F. 7(1523—1633), hertog van Hol-stein, wist in 1523 met hulp van Lübeck en denontevreden Deenschen adel zijn neef ChristiaanII* van den troon te stooten, waarop hij naaan den adel groote voorrechten te hebben ge-geven tot koning werd gekozen. Opstanden tengunste van den verdreven koning werden doorhem gedempt; eveneens mislukte een inval vanChristiaan in 1532, waarbij deze in gevangen-schap geraakte.
Doordat Karei V de pogingenvan Christiaan om zijn troon te herwinnen hadgesteund, beoorloogde F. ook de Hollanders(zie NEDERLAND). F. overl. 16 April 1533.-F. 11 (1559—1588) onderwierp het land der Dit-marschen* met hulp van Adolf van Holstein.Ook voerde hij oorlog met Zweden (1563—1570).Bij den vrede (van Stettin) zag F. af van alleaanspraken op Zweden en behield hij Noorwegen.Schonen, Gothland, Halland, en Blekinge. Hijoverl. 4 April 1588. — F. III (1648—1670)
voerde in bondgenootschap met Holland oorlogtegen Zweden (1667/58; 1658/60. Zie NEDER-LAND). Steunende op de geestelijkheid en deburgerij maakte hij een eind aan ’t overwichtvan den adel en wist hij gedaan te krijgen, datzijn waardigheid erfelijk werd. Gaandeweg ver-kreeg hij de absolute macht. F. overl. 1670. —F. IV (1699—1730) nam deel aan den Noord-schen oorlog* tegen Karel XII van Zweden*.Zijn maatregel om den boerenstand te bevrijdenvan de hoorigheid ontnam hij alle beteekenis doorbesluiten, waarbij vastgesteld werd, dat de boerenop de plaats moesten blijven waar zij woonden.Onder hem verbeterde de toestand van definanciën. Hij overl. 12 Oct. 1730. — F. V(1746—1766) beschermde kunsten en weten-schappen. Hij bevorderde den handel en deindustrie door ’t oprichten van handelscompag-nies en ’t invoeren van beschermende rechten.Hij overl. 14 Jan. 1766.
F. VI (1808-1839)had reeds in 1784 bij het leven van zijn vaderChristiaan VII* de leiding van het bestuur inhanden. Met hulp van zijn min. Bernstorff voerdehij verschillende hervormingen in; zoo vond eropheffing plaats van de hoorigheid van denboerenstand, reorganisatie van ’t onderwijs envan 't leger. Handel en nijverheid gingen voor-uit. In 1807 werd Denemarken gewikkeld in eenoorlog met Engeland (zie DENEMARKEN),waardoor de welvaart in 't rijk verminderde.Het volgend jaar werd F. koning. Na den vredevan Parijs (1814) ging Denemarken weer vooruit.In ’t binn. bestuur voerde F. in de vorming van viervertegenwoordigende lichamen, die deel kregenaan de wetgevende macht en contrôle mochtenuitoefenen over de financiën (1830). — F. VII(1848—1863) heeft kort na de aanvaarding vande regeering een constitutie aan zijn volk gege-ven (6 Juni 1849), waardoor Denemarken werdeen const. monarchie. De Sleeswijksch-Hol-steinsche kwestie heeft hij niet kunnen oplossen.Hij overl. 16 Nov. 1863.