Foe-tsjou - (Engelsch Foochow), hoofdstad van de Chineesche prov. Fo-kien; 624.000 inw.; gelegen aan den linkeroever der getijrivier der Min-kiang, 68 K.M. van haar monding, in een door een mooi berg-amphitheater omgeven, door kanalen doorsneden vlakte. De haven, waar de groote schepen ankeren, ligt 8 K.M. meer zeewaarts. De binnenstad is door hooge muren en torens omgeven.
Zij is vuil, vol smalle, drukke winkelstraten. In het O. buiten de stad, ligt de afzonderlijk ommuurde Mandsjoe-stad; talrijke voorsteden liggen langs de oevers der rivier en in deze woont een groot gedeelte der bevolking in woonschuiten. — F. is sedert 1842 verdragshaven en een der belangrijkste uitvoerhavens van China, vooral van thee en hout. In 1912 bedroeg de import uit het buitenland ± ƒ 29.000.000, de Chineesche ƒ 6.130.000, de geheele export ƒ 32.600.000. Er is een Nederl. consulaat. — Gedurende den Fransch-Chineeschen oorlog van 1884 werd hier de Chineesche vloot vernietigd en het arsenaal verbrand.