Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-12-2018

Fiops

betekenis & definitie

Fiops - !, dikwijls „Pepi genoemd, een zeerbelangrijke Egypt. koning, uit ’t begin der 6dedynastie*; regeerde minstens 25 jaar (vlgs. degewone tijdrekening* ± 2500 v. Chr., missch.echter ± 3000, zie EGYPTE). Zijn bijnaam wasMeri-Rê = „geliefd door Rê” (zonnegod). Dezehoofdgod der 5de dyn. bleef ook onder de 6dedyn. de hoogste god; in ’t algemeen bleven onderF. de oude tradities bestaan: rondom het konings-graf (pyramide) krijgen de hofbeambten hungraven, de koning regelt den kultus en de recht-spraak. Maar toch komt iets nieuws tot standonder F. en zijn opvolgers: de adel, hoewel nogin toom gehouden door de kroon, is onafhanke-lijker geworden.

Onder de 3de—5de dyn. warenEgypte’s aanzienlijken eigl. beambten deskonings, de macht was streng gecentraliseerd,de koning was ’t middelpunt v. d. staat; maaronder F. (’t begon reeds tijdens ’t einde der5de dyn.) was Egypte geheel een feodale staatgeworden, met tamelijk zelfstandige districts-vorsten, die hoogere titels droegen dan voorheen(„graaf, vorst”), wier waardigheid erfelijk wasgeworden, en die zich niet meer bij de koninklijkepyramide lieten begraven zooals de hovelingenuit Memfis, maar in „hun eigen stad” in Z.-Egypte. Die vrije gouwvorsten (nomarchen)voelden hun eigenwaarde: van nu aan lietenzij op de muren hunner graftomben uitvoerigelevensbeschrijvingen van zichzelf beitelen, waar-in zij wel den koning prezen, maar ook grootennadruk legden op hun geboorteadel en op hunvoortreffelijke daden. De centrale rijksmachtnam in dezen tijd ook sterk af door de vermin-dering van geldelijke inkomsten, terwijl het ver-mogen en de voorrechten der tempels en derpriesters aangroeiden (er bestaat nog e. beroemdprivilege van F., geschonken aan de bewonersvan Snofroe’s pyramidestad, in Dahsjoer). InZ.-Egypte werd !t hoogste gezag uitgeoefend doorden „goeverneur v. h. Z.”; onder F. en zijn op-volgers was met dit ambt bekleed e. gunstelingdes konings Oeni* (Weni), wiens belangrijkebiografie een hoofdbron is voor de staatkundigeen maatschappelijke geschiedenis. F. heeft tem-pels gebouwd of gerestaureerd in Tanis*, Boe-bastis*, Abydos*; in Dendera* heeft hij eennieuwen tempel gebouwd naar een overoud modelv.e. vóór-dynastisch heiligdom, dat op diezelfdeplek stond. Onder vroegere koningen werd deresidentie vaak verlegd; sinds F. bleef de resi-dentie bij het tegenwoordige Sakkara. Zij heette„De witte Muur” (oorspr. was dit de naam v. d.tempel met burcht, die de kiem v. d. stad haddengevormd). In de nabijheid bouwde F. zijn pyra-mide, welke den naam Memfis* (Egypt. triennojre — „schoone rustplaats”) kreeg; weldrawerd deze naam op de residentiestad overge-bracht, terwijl de oude stadsnaam „De w. M.”als archaïstische aanduiding bleef voortbestaan.

— Tegenover het buitenland trad F. zeer krach-tig op. De sfeer v. Egypt. invloed werd tot aande 2de katarakt, in Nubië, uitgebreid; expeditiesdrongen herhaaldelijk nog veel dieper in Afrikadoor. Allerlei bijzonderheden over die merk-waardige tochten kennen wij uit de grafopschrif-ten van de heeren van Elefantine* (zie HER-CHOEF). De onderworpen negerstammen inNubië leverden goed materiaal voor Egypt.hulptroepen; weldra werd een geregeld gendarme-corps, voor politie in heel Eg., uit hen gerecru-teerd. Ook aan de toestanden in Azië schonkF. alle aandacht.

De plundertochten der Be-doeïenen naar de Delta of naar de mijnen op’t Sinaï-schiereiland werden afgeslagen. Descheepvaart op Gebal* en op Poent*, het Z. deelv. d. Roode Zee, werd voortgezet. Een belang-rijken oorlog had hij te voeren in Z.-Syrië enKanaan: Semiet, nomadenstammen overstroom-den daar ’t kultuurland (vgl. in later tijd de Be-doeïenen-invallen der Hebreën*, zie ook EL-AMARNA-TIJD) en bedreigden Egypte’s grens-gebied. Die lange oorlog, onder leiding van Oeni*gevoerd, hield verband met ’t opdringen van deAmorieten in Z.-Syrië. De wrijving duurde vooronder F.’s opvolgers.

< >